Skip to main content

Lesmodules Spuitgiet Rijbewijs

1. Product en materiaalkennis

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule ( bij machine)
Praktijk SPG1 & SPG2
 4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
1. Hoofdindeling kunststoffen Kunststofkennis en macromoleculen Thermoplasten, thermoharders en rubbers noemen gangbare thermoplasten + basiseigenschappen. Verschillen thermoplasten, thermoharders en rubbers benoemen en toepassingsgebieden aangeven. Verschil in verwerkingeigenschappen tussen thermoplasten / thermoharders en rubbers. High end kunststoffen uitgebreid behandelen.
Thermoplasten, thermoharders en rubbers algemeen behandelen Namen en symbolen van elementen C, O, N, H, + bindingen (kort). Formules van meest gangbare kunststoffen, thermoharders, rubbers. Basiselementen herhalen. Basiseigenschappen van meest gangbare thermoplasten behandelen. Thermoplastische rubbers uitgebreid behandelen.
Oorsprong Nafta koolwaterstoffen + algemeen verhaal naftakraken en etheen grondstof. Naamgeving van meest gangbare kunststoffen + bouwstenen+elementen. Soorten gangbare kunststoffen herkennen AHV brandproef. Hoog technische kunststoffen behandelen.
Natuurlijke, half synthetische en synthetische macromoleculen + voorbeelden. Synthetische macromoleculen. Molecuul lengte en invloed op verwerking
2. Fysische kenmerken Van derwaals krachten + effect bij opsmelten. Opsmeltgedrag relateren aan molecuulstructuur. Effect vander waalskrachten bij zijketens. Opzoeken datasheet met gegevens. Opzoeken datasheets met materiaalgegevens op internet.
Amorf en kristallijne thermoplasten. Opsmeltgedrag relateren aan molecuulstructuur. Opzoeken datasheet met gegevens. Opzoeken datasheets met materiaalgegevens op internet.
3. Polymeerchemie Polymerisatie, verschillende polymerisatiemethode. Voorbeelden van macromoleculen ontstaan uit polymerisatie, polymerisatiegraad. Benoemen van structuur van te verwerken materiaal door cursist. Benoemen van structuur van te verwerken materiaal door cursist.
Molgewicht, molecuulmassa verdeling. MFI, afhankelijkheid van sterkte- eigenschappen Keuze maken tussen alternatieve Grades bekijken. Keuze maken tussen alternatieve Grades bekijken.
4. Thermoplasten Amorfe thermoplasten Alle gangbare amorfe KS benoemen. Bepalen amorf / kristallijn + motivatie. Bepalen amorf / kristallijn + motivatie.
Deelkristallijne thermoplasten. Alle gangbare deel kristallijne KS benoemen. Kristalrooster. Bepalen amorf / kristallijn + motivatie. Bepalen amorf / kristallijn + motivatie.
Mechanische eigenschappen.
5. Het maken van thermoplasten Polyetheen uit etheen. Molecuulopbouw. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen PE (LLDPE, LDPE, HDPE) behandelen.
Polypropyleen uit propeen. Verwerkingseigenschappen PP. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen PP behandelen.
Vinyl kunststoffen. PVC. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen PVC behandelen
Polystyreen. Verwerkingseigenschappen PS. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen PS behandelen.
Styreen – Butadieen. Verwerkingseigenschappen SB. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen SB behandelen.
SAN, ABS en ASA. Verwerkingseigenschappen SAN, ASA, ABS. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen SAN, ASA, ABS behandelen.
Polyamiden. Verwerkingseigenschappen div soorten PA. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen PA behandelen.
Polyesters. Verwerkingseigenschappen PBTP, PETP. Toepassingsmogelijkheden. Verschijningsvormen PBTP en PETP behandelen.
6. Materiaaleigenschappen Fysische eigenschappen. Treksterkte, temperatuursinvloeden op eigenschappen, kruip, relaxatie slagsterkte. Sterkte eigenschappen in de praktijk behandelen. Materiaaleigenschappen per individuele thermoplast behandelen.
Mechanische eigenschappen. Correlatie met structuur.
7. Fase overgangen Amorfe thermoplasten. Verband tussen E modulus en Temperatuur (glasovergang). Eigenschappen amorf. Verwerkingseigenschappen amorf.
Deelkristallijne thermoplasten. Verband tussen E modulus en Temperatuur (glasovergang en smeltpunt kristallen). Verschillen tussen amorf en kristallijn (eigenschappen, krimp, smeltgedrag en verwerking). Verwerkingseigenschppen deelkristallijne grondstoffen. Dichtheid in relatie tot kristallijn / amorf en kristallisatiegraad bij deelkristallijne materialen. Invloedsfactoren bij het kristalliseren.
8. Smelteigenschappen Verwerkingstemperaturen. Thermische stabiliteit van gangbare Kunststoffen, verschil amorf kristallijn. Hoe stroomt een ks smelt. Van alle kunststoffen, behalve High End. Van high end kunststoffen PEI, PEEK.
Viscositeit en stroming Newtons niet Newtons. Basis rheology (stromingsleer). Viscositeit bij thermoplasten, afhankelijkheid van afschuifsnelheid, druk en temperatuur. Viscositeit bij thermoplasten alle kunststoffen. Viscositeit High End kunststoffen.
Smeltviscositeit beïnvloedende factoren. Viscositeit in relatie met molecuullengte, MFI, bindingen. Waarom een vloeicurve maken? Viscositeitcurve maken.
Uitzetting en krimp. Temperatuureffecten, afhankelijk van amorf / kristallijn. Isotrope en anisotrope krimp. Afhankelijkheid van vloeirichting. Anisotrope krimp aantonen aan de hand van praktijk (aan product). Verklaren van krimpgedrag, verwachtingen voorspellen bij verschillende soorten aanspuitingen.
9. Verwerking verbeterende Additieven Benoeming verwerking verbeterende additieven. Werking beschrijven. Mogelijke problemen met additieven benoemen. Aandachtspunten bij het gebruik van additieven.
10. Eigenschap verbeterende additieven Benoeming eigenschap verbeterende additieven. Werking beschrijven. Mogelijke problemen met additieven benoemen. Aandachtspunten bij het gebruik van additieven.
11. Speciale additieven Benoeming speciale additieven. Werking beschrijven. Mogelijke problemen met additieven benoemen. Aandachtspunten bij het gebruik van additieven.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

2. Veiligheid

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine). Praktijk SPG1 & SPG2 4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
1. Veiligheid bij kunststofverwerking Benoemen van gevaren. Vallen, verbranden, beklemming. Orde en netheid rondom machine. Controleren veiligheidsitems op de machine. Inschatten veiligheidsproblemen. 5S systematiek.
2. Veilig werken aan de spuitgietmachine. Aandachtspunten. Alle gevaren benoemen. Opstarten separaat behandelen. Procedure Standaard controle veiligheidsitems bij opstarten behandelen. Procedure aanpassen op specifieke situatie. Veiligheidschecklist zelfstandig maken.
Hoe omgaan met storingen en defecten aan de machine. Mechanisch, elektrisch, hydraulisch, pneumatisch storingen behandelen. Storingen en defecten simuleren aan machine. Opstartprocedure na verhelpen storing maken.
Standaard beveiligingsmaatregelen en beveiligingen op spuitgietmachines plaats en werking behandelen. Standaard beveiligingen ervaren en noodzakelijke voorzorgsmaatregelen noemen. Veiligheidscheck bij start productie. Waar zitten de beveiligingen op de praktijkmachine. Wat moet ik doen om de beveiligingen in goede staat te houden. Veiligheidscheck procedure zelf maken.
Specifieke gevaren, beknelling, verbranden, explosies, geluid, gladde vloeren, gemorst materiaal. Wat kunnen de gevolgen zijn van deze specifieke gevaren. Inventariseren van veiligheidssituatie rond machine. Proactief veiligheid rond machine verbeteren door oplossen evt problemen.
Degradatie van materiaal in de machine, wat gebeurd er / oorzaken. Wat zijn Technische datasheets (TDS) en veiligheidsdatasheets (SDS). Welke voorzorgsmaatregelen nemen om degradatie te voorkomen. Interpreteren TDS en SDS. Gevaren in de praktijk checken. Instellingen conform SDS en TDS. Inschatting degradatiegevaar en materiaalstabiliteit AHV proces. Wat kan er gebeuren en hoe voorkom ik dat?
Hoe omgaan met randapparatuur: mogelijke gevaren behandelen. Veilig plaatsen van randapparatuur bij machine. Staat randapparatuur goed randapparatuur bij machine in de praktijk. Proactief gevaren bij opstellen van randapparatuur inventariseren AHV checklijst en oplossen.
3. Brand en explosiegevaar Oorzaken mogelijk branden explosiegevaar. Stof (malen, materiaaltransport) aarden, gebruik van brander. On line vermalen, gevaren. Welke grondstoffen zijn kritisch bij te lang verblijf in cilinder.
4. Giftige stoffen Wat zijn giftige stoffen? Invloed van additieven op gevaar bij degradatie. Is alles veilig rond machine.
5. Persoonlijke beschermingsmiddelen Welke PBM waar en wanneer gebruiken. Praktijksituaties waar PBM’s nodig zijn. PBM’s: gelaatsschermen, veiligheidsbril / schoenen, geluidsbescherming. Gebruiken van PBM’s bij machine. Praktisch gebruik van PBM om geen ongelukken te krijgen.
6. Bedrijfsveiligheid inrichtingen Veiligheidsvoorzieningen in en rond machine. Randapparatuur (koelen), beknelling (lopende banden). Veiligheidsronde ronde machine. Aandacht voor kabel en slanggeleidingen.
7. Bedrijfsveiligheid omstandigheden Op de vloer liggende gevaren. Stof, stoom en degradatie, stroom, lucht, hydraulische slangen lekkage hydraulische olie. Veilig gebruiken randapparatuur en infrastructuur, wat te doen bij olielekkages, regelmatig perslucht en vacuüm lek rondes maken. Praktijkmachine controleren. De ideale veilige machine, hoe krijgen we dat praktisch voor elkaar? Voer een volledige veiligheidsaudit uit aan machine.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

3. Milieu en productie

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine).
Praktijk SPG1 & SPG2
4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
1. Recycling en hergebruik Hoe kan ik afkeur minimaliseren. Meten is weten, hoe minder afkeur, hoe minder uitval. Optimaliseren van processen om OEE te verhogen en afkeur te verminderen. Wat valt te optimaliseren aan het praktijkproces. Procedure maken om een bestaand proces te optimaliseren naar OEE en ter vermindering van uitval.
Hermalen van aanspuitingen en rejects. Stofafscheiding. On line – off line vermalen layout bepalen. Aanspuitingen direct vermalen – logistiek beter. Met tijdgeschakelde mengklep of gravimetrische bijmengen? % per kunststof bepalen.
Stabilisering van processen. Ter voorkoming rejects. Eerst stabiel proces genereren. Ishikawa oorzaakanalyses uitvoeren en 3 meest effectieve maatregelen kiezen.
PDCA maatregelen scrapreductie. Nagaan oorzaak uitval. Proces – machine – matrijs? Inzicht krijgen in grootste afkeurstromen en oorzaken vinden.
Gebruik regeneraten. Toepassingen.
2. Afvoer kunststof afval Onbruikbaar afval (spuitkoeken) minimaliseren. Hoe kunnen we het meest efficiënt spoelen. Materiaalwissel uitvoeren en eigen spoelprocedure kiezen en uitvoeren. Spoelmatrix maken voor alle in het bedrijf mogelijke materiaalovergangen.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

4. Kwaliteitszorg

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine). Praktijk SPG1 & SPG2 4. Module Proefspuiten en troubleshooting. SPG3 niveau
1. Definitie kwaliteit Methodieken voor kwaliteitscontrole benoemen en voor- en nadelen. Noodzaak van Praktische kwaliteitscontrole bij machine. Lopend proces bewaken door gebruik parameters + toleranties. SPC op parameters methodiek behandelen.
2. Materiaalcontrole Materiaal kwaliteit; Granulaatvorm, kleur, stofgehalte, vochtgehalte, materiaalcertificaten, MFI en etc. Hoe controleer ik de materiaalkwaliteit? Welke materiaalproblemen zichtbaar bij verwerking? Input materiaal praktijkmachine controleren AHV specificaties. Kwaliteit mancos materiaal, hoe te zien tijdens verwerking.
3. Productcontrole Visuele controle belangrijk, frequentie steekproef afhankelijk van product? Bij storingen, opstart en Belangrijke achtergronden bij het uitvoeren van kwaliteitscontroles in de productie. Afkeur per ploeg bewaren en registreren. Lopend proces kwaliteitsparameters instellen. Maatvoering aan product controleren. Procedure opstellen.
Procescontrole Welke parameters belangrijk. Wie mag wat hoeveel aanpassen. 1 parameter tegelijk! Optimaliseren van bestaand proces. Optimaliseren proefspuiten volgens 6 step behandelen.
4. Controle en kwaliteitsmetingen Wanneer uitvoeren? Product afhankelijk. Steekproef interval. Diverse kwaliteitscontrole procedures uitvoeren. Kwaliteitscontrole procedure praktisch opzetten. Hoe zet je een kwaliteitscontrole procedure op?
5. Parameters Hoe voer in de parameters in. Hoe omgaan met SD-kaart, USB. Programma invoeren en parameters checken. Werk het programma, komt er een vergelijkbaar product uit, of moet het nog gefinetuned worden. Fine tunen van programma. Waarop letten.
6. Defecten Alle mogelijke defecten behandelen. Defecten en oplossingen bepalen. Hoe kan ik het product nog mooier maken. Aanpakken van hardnekkige problemen. AHV lijst Mikrocentrum.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

5. Kennis van de apparatuur

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine). Praktijk SPG1 & SPG2 4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
De processtappen van het spuitgieten Plasticeren, injecteren, nadrukken, koelen ontvormen en lossen. Injecteren, nadrukken, koelen ontvormen en lossen. Praktijkgeval. Nog optimalisatie mogelijk? Verbetervoorstellen voor betere efficiency maken.
1. Spuitgietmachines algemene gegevens (volgens Euromap) Shot en spuitvolume. Vergelijken met Spec Lab machine. Is plasticeercapaciteit voldoende. Verblijftijd bepalen. Aan praktijk machine checken. Voorbeeldproduct nemen en cursist machinekeuze laten maken.
Maximale injectiedruk. Vergelijken met Spec Lab machine. Aan praktijk machine checken. Idem
Injectie-eenheid functies Vergelijken met Spec Lab machine. Aan praktijk machine checken. Idem
Sluiteenheid / sluitkracht / matrijsgrootte Vergelijken met Spec Lab machine. Aan praktijk machine checken. Idem
2. Spuitgietmachines Hydraulische machines: Functies van het hydraulisch systeem. Werking pompen accu’s ventielen. Is praktijkmachine hydraulisch of elektrisch? Wat zijn de verschillen tussen hydraulische en elektrische machines?
Hydraulische cilinders, krachten en drukken, theorie. Hydraulische cilinders en stuur / regelventielen en besturing ervan (beknopt). Hydraulische componenten en werking aan praktijkmachine benoemen. Omrekenen van hydraulische systeemdruk naar max haalbare injectiedruk. Hoe werkt sluitdruk op deze machine?
Elektrische machines Werking servomotoren / achtergronden van de energiebesparing. Is praktijkmachine hydraulisch of elektrisch? Wat zijn de verschillen tussen hydraulische en elektrische machines?
Besturingen. Numerieke besturing stuurt alle componenten aan. Werking numerieke besturing t.o.v. oude analoge sturing. Onderdelen van machinebesturing aanwijzen. Interfacing mogelijkheden met randapparatuur.
Alle onderdelen van de machine + werking uitleggen. Laten nalopen. Onderdelen en functies laten benoemen. Bij de machine nogmaals de onderdelen benoemen.
3. Spuitaggregaat Onderdelen benoemen + functies van plasticeerunit benoemen. Cursist Spuitgietmachine laten nalopen en onderdelen laten benoemen. In praktijk instellen parameters spuitaggregaat, bij lopend proces doseer cap bepalen. Verschil tussen elektrische en hydraulische aggregaten.
Beschrijven, werking van alle functies en parameters benoemen. Functie van spuitaggregaat onderdelen in het proces uitleggen. Verblijftijd bepalen. 2K machines werking behandelen.
Het plastificeer proces. Behandeling GP schroef zones en geometrie. Intrek, compressie. Wat gebeurd er precies in de GP schroef en de 3 zones ervan. Invloed van schroeftoerental in praktijk bepalen. Diverse schroefgeometrieën. PVC, PP Additionele Meng units etc behandelen.
Plasticeerunit: Functies van schroefgeometrie en lengte, terugslagklep,hopperkoeling, aandrijving, verwarming. Schroefgeometrie + invloedsfactoren in detail bespreken. Wat voor schroef zit er in onze machine? Schroeven voor speciale toepassingen bespreken.
Plasticeerunit: Hopperkoeling en machineverwarming behandelen principes. Effecten van verwarming en hopperkoeling + eventuele problemen en hun oplossing. Cilinderverwarming en hopperkoeling op praktijkmachine. Degradatie en brugvorming welke oorzaken bij cilinderverwarming en hopperkoeling.
Plasticeerunit: De neus als intermediair tussen cilinder en matrijs. Wat doet de neus? Behandelen van de meest gangbare soorten neuzen. Wat voor neus zit er op onze machine? Problemen oplossen door goede neuskeuze.
4. Doseren Plasticeerunit. Doseren (plasticeren). Berekenen doseercapaciteit AHV machine. Specs Lab machine. Checken doseercapaciteit in de praktijk. Verschil in om smeltgedrag bij verschillende materialen en wat doen we eraan?
Voeding beïnvloedende factoren. Hoe ga ik brugvorming tegen? Invloed van temperatuur, stuwdruk. Is dit een brugvorming gevoelig materiaal? Beste maatregelen om geen brugvorming te krijgen.
Functie van de stuwdruk: Frictie verhogen. Wat doet de stuwdruk precies, en waar moet je op letten? Invloed stuwdruk op smeltkwaliteit in de praktijk bepalen. Degradatie gevoelige materialen en te hoge stuwdruk.
5. Injecteren Injecteren. Theorie van de niet Newtonse smelt: Hogere injectiesnelheden betere viscositeit. Invloed ketenlengte, frictie, hoge/lage viscositeit. Injecteren (v) afstemmen op productgeometrie en optimaal viscositeitsgebied. Checken of inspuitsnelheid klopt met de viscositeitscurve. Ideale inspuitsnelheid zoeken door viscositeitscurve te maken.
Injecteren Ontstaan van oriëntatie, uitleg paraboolstroming, propstroming, verschillen oriëntatiegraad van verschillende kunststoffen. Hoe oriëntatie minimaliseren methoden behandelen. Oriëntatie in het praktijkvoorbeeld. Oriëntatie verbeteren door matrijs aanpassingen en voorstellen hiervoor maken.
Injecteren Injectiesnelheid en oriëntatie bij dun- en dikwandige producten. Hoe kan ik oriëntatie verminderen met aanpassen van injectiesnelheid. Hoge/lage injectiesnelheid toepassen en effect verklaren.
Injecteren. Relatie tussen injectiesnelheid en drukloop. Drukverloop hydraulische druk – matrijsdruk. Is dit meetbaar in praktijkmatrijs. Wat is invloed begrenzing druk verlagen?
Injecteren. Invloed schroef diameter op drukverloop, 3 leverbare units met verschillende diameters. Bereken de drukverschillen bij 3 diameters AHV een praktijkvoorbeeld. Was product nog vol als D -schroef 1 maat groter zou zijn? Wat kan je aan de matrijs of aan de machine doen om beter te kunnen injecteren.
Injecteren: Schroefpunt en terugslagklep Werking van de terugslagklep. Soorten terugslagkleppen bespreken. Werkt terugslagklep bij praktijkmachine goed? Waar merk je aan dat de terugslagklep slijt en wat kan je eraan doen?
Injecteren. Wat is Jetting Jetting, wat doe je eraan. Is er sprake van Jetting? Hoe kan ik Jetting oplossen in matrijs.
6. Nadrukken Nadrukken. Omschakel methoden: Tijds-, hydraulische druk-, positie- (MM of CC) of matrijs binnendruk afhankelijk. Richtwaarden nadrukhoogte verschillende materialen. Check met nadrukonderzoek of omschakel punt goed ligt. Verschil in nadrukken van amorfe en kristallijne materialen.
Nadruk: Over en ondervullen wat is oorzaak? Hoe kan ik onder- en overvullen oplossen? Over en door spelen met omschakel punt en nadrukhoogte.
Nadruk en thermische krimp in smeltfase, stollingskrimp, en thermische krimp in vaste fase. Verschillend krimpgedrag tussen amorfe en kristallijne kunststoffen. Is krimp isotroop in dit product? Hoe kan ik nakrimp bij een product uit een kristallijne grondstof minimaliseren.
7. Koelen Koelen, hoe werkt het koelen van een gesmolten kunststof. Systematiek van zoeken juiste koeltijd volgens 6-step methodiek. Koeltijd checken in de praktijk volgens 6-step methodiek. Verschil in koelen van amorfe en kristallijne materialen.
Koeltijd en wanddikte. Wat gebeurt er tijdens het afkoelen. Verband tussen wanddikte en koeltijd bij verschillende materialen. Vergelijk theoretische en praktische koeltijd. Hoe kan ik de koeltijd verantwoord verkorten?
Koeltijd en kunststofsoort. Temperatuur vereffening en ks. Theoretische koeltijd volgens tabel. Verklaar verschillen tussen kunststoffen.
Koeltijd en smelttemperatuur. Smelt temperaturen kunststoffen behandelen. Meet de smelttemperatuur en vergelijk die met de ingestelde. Bij twijfel altijd smelttemperatuur meten.
Koeltijd en matrijstemperatuur. Bij welke ks moet je de matrijstemperatuur soms wat hoger zetten om betere eigenschappen te krijgen? Invloed matrijstemperatuur bepalen door +10⁰C en -10⁰C. Verklaar verschil met berekening.
8. De sluitunit Functie, uitvoeringen. 3 platen, 2 platen, kniehefboom, holmloos el/hydraulisch, hydraulisch + verankeren. Sluitkracht: Functie. Sluitkracht beïnvloedende factoren. Sluitkracht berekening maken voor bepaald product. In praktijk instellen parameters sluitunit AHV aanwezige matrijs. Optimaal instellen van sluitkracht.
Opspan procedure: Opspannen van matrijs behandelen. Gatenpatroon, open loopweg, inbouwhoogte, beweging op te volgen volgorde. Invloed open- / dichtloop snelheden en matrijsbeveiligingswegen drukken. Matrijs in machine hangen volgens opspan procedure. Open en sluiten van matrijs snelheden en beveiligingsdrukken optimaliseren.
Uitwerperfunctie, werking, koppelingsmethoden uitwerper aan matrijs. Ontvormen van producten en lossen. Werking Snelkoppelingen. Is uitwerperkoppeling OK? Checken. Speciale uitwerpers behandelen.
9. Meet en regeltechniek bij spuitgieten Wat moeten we meten en regelen bij het spuitgieten. Soll en Ist waarden. Temperaturen, drukken, wegen, tijden, toerental, etc Ist soll waarden vergelijken in praktijk. Priamus en andere geavanceerde holtedrukmeetsystemen.
Doel van het meten op en bij de spuitgietmachine: Stabiel proces zonder al te veel fluctuaties. Drukken en druk sturingen / regelingen, close loop + voorzieningen. Nagaan AHV praktijkgeval. Cascade regelingen in Hot Runness.
Eenheden van dimensies drukken en temperaturen theorie. Temperaturen en temperatuurregelingen werking en mogelijke storingsoorzaken. Nagaan AHV praktijkgeval. Kwaliteitscontrole camera’s TBV. TBV zero defect productie.
Hoe werken thermokoppels. Soorten thermkoppels. DO en DO NOT behandelen. Waar zitten thermokoppels. Welke thermokoppels worden meestal gebruikt en waar verschillen ze in?
Hoe werken druk opnemers. Soorten drukopnemers. DO en DO NOT behandelen. Waar zitten drukopnemers. Wat is het voordeel om drukopnemers in de matrijs te zetten?
10. Hot Runner apparatuur Algemene beschrijving meest voorkomende systemen. Merken en uitvoeringen. DO en DO NOT bij toepassingen van HR Instellen, opstarten en stoppen van een HR matrijs. Koeling en hot runners bijt dat niet?
Welke verwarmingsmethoden worden gebruikt in Hot Runners? Diverse systemen behandelen. Opzoeken specificaties op internet van diverse systemen. AHV case beste HR selecteren voor bepaalde toepassing.
11. Parameter controle Controleren van instellingen, hoe? Temperatuur en drukmetingen. Klopt de instelling meten is weten in de praktijk. Welke parameters zijn wezenlijk belangrijk ter bepaling of proces stabiel is.
12. Preventieve storingsmaatregelen Wat kan er allemaal fout gaan? Wat kan fout gaan, wat zijn de gevolgen en wat kan ik preventief doen? Bij ombouw deze preventieve maatregelen nemen. Storingsanalyse gebruiken om aantal storingen te reduceren.
13. Inkleuren / Doseren Methodes en apparatuur uitleg. Handmatig, volumetrisch en gravimetrisch. Welke maatregelen nemen om fouten bij inkleuren tegen te gaan? Maatregelen in praktijk brengen AHV ombouw. Ideale inkleur omstandigheden creëren. Drogen hygroscopische masterbatch.
14. Materiaalaanvoersystemen Hoppervullers Stand-alone en centrale systemen werking elektrische/vacuüm, alle mogelijke aanvoersystemen behandelen. Instellen Hoppervuller. Hoe om te gaan met hygroscopische materialen. Hoppervuller: In praktijk Aanzuigtijd bepalen aan machine. Storingsanalyse aanzuigen maken.
15. Drogen Hygroscope materialen. Waarom en hoe drogen. Droge werking en droog systematieken. Invloed van vocht op diverse materialen. Individuele materialen en droog behoefte behandelen incl. DO en DO NOT van drogen. Uitzoeken of drogen noodzakelijk is en/of het goed gebeurd. Droog parameters nagaan AHV datasheets.
Droog systematiek. Warme lucht droger versus continu regenererende droger / persluchtdroger. Hoe drogers in de praktijk toepassen. Zelf droog parameters vaststellen en instellen AHV datasheet Droging High End materialen PA, PEEK, PEI, TPE behandelen.
16. Koelen / Tempereren Gangbare centrale koelsystemen behandelen. Koeltoren, vrijkoeler, chiller. Voordelen en nadelen. Mogelijke koelproblemen en hun oplossingen. Functioneren van de machinekoeling en machineverdeler checken. Koelvoorzieningen: Gescheiden oliekoeling en matrijskoeling wanneer toepassen.
Tempereerapparaten werking en diverse uitvoeringen behandelen. Koelmethoden. Hoge temperatuur tempereerapparaten behandelen. Instellen van apparaten in de AHV praktijk. High End materialen koelen.
Uitvoeringen en merken. Werking, hoe koeling aansluiten op matrijs, parallel / serieel. Koelcircuits matrijs in kaart brengen en beste aansluitwijze zoeken. Speciale aandacht voor het koelen van Hot Runner matrijzen.
17. Robots Verschillende soorten robots behandelen. Takken pikker, 3-assig / 6-assig. Robot op machine. Programmeren robot.
18. Randapparatuur div Transportbanden, glijgoten matrijsafschermingen. Soorten en eisen (veiligheid!!) Waar op letten? In praktijk aan machine plaatsen.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

6. Procedures ter vastlegging van specifieke proceskennis, bediening, bewaking, proceskwaliteit

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine).
Praktijk SPG1 & SPG2
4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
1. Voorbereidingen vóór opstart Juiste KS goed voorbereid, juiste matrijs in goede configuratie? Op machine alle middelen aanwezig. Randapp OK? Order voorbereiding Matrijs checken, checklijst maken en volgen. Materiaal in machine, matrijs opwarmen, matrijsbewegingen maken. Voorbereidingen vóór opstart in praktijk uitvoeren. Checklist ordervoorbereiding maken. Checklist matrijs aansluiten maken en checken. Checklijst keuze machines qua plasticeren, inspuiten en opspannen en sluiten. Plan de campagne maken.
2. Opstartprocedure Basis startprocedures bij makkelijke materialen en achtergrond hiervan behandelen. Drooglopen na ombouw Startprocedures bij moeilijke materialen. Startprocedure in de praktijk uitvoeren. Procesparameters inj, plast, nadruk en koelen inschatten. Gegevens vastleggen: Startprocedures bij opstart met bekende matrijs en bij proefspuiten nwe matrijs. Proefspuiten nwe matrijs volgens 6-step methode.
3. Stopprocedures einde order Basis stopprocedure bij makkelijke materialen (orde en netheid). Stopprocedures bij moeilijke materialen. Stopprocedure in de praktijk uitvoeren. Afronden proefspuiten volgens 6 step. Gegevens vastleggen en stopprocedure vastleggen.
4. Full Stop procedure Stopprocedure full stop en onderbreken. Aandachtspunten Wat te doen bij schoon zetten machine. Schoonspoelen van cilinder. Doorspuit matrix behandelen. Full stop en onderbreken van een run in de praktijk. Stopprocedures bij proefspuiten nieuwe matrijs, stopprocedure bij onderbreken.
5. Vastleggen gegevens in fabricage voorschrift Fabricage voorschrift wat moet erin staan? Hoe maak ik in de praktijk een fabricage voorschrift. Fabricagevoorschrift gebruiken bij opstart machine. Full stop bij problematische materialen.
Wat moet erin staan: Productgegevens. Nagaan AHV praktijkgeval. Standaard layout maken.
Apparatuurgegevens Machinegegevens Nagaan AHV praktijkgeval. Standaard layout maken.
Matrijsgegevens Matrijsgegevens Nagaan AHV praktijkgeval. Standaard layout maken.
Materiaalgegevens Grondstofgegevens Nagaan AHV praktijkgeval. Standaard layout maken.
Procesgegevens Volledige Instelkaart, alleen bij stabiel proces. Invoeren instelkaart en checken of het een stabiel proces is. Responsieparameters bij stabiel proces: Buffer,inspuittijd, doseertijd, cyclustijd.
Randapparatuur Te gebruiken randapparatuur + instelgegevens daarvan. Nagaan AHV praktijkgeval: Invoeren instelling randapparatuur. Meest logische opstelling standartiseren.
Verwerkingsgegevens Verwerkingsomstandigheden Nagaan AHV praktijkgeval.
6. Kwaliteitscriteria product Productiecontrole door operators en door KD. Nagaan AHV praktijkgeval. Belangrijkste maatvoering (max4 maten bepalen). Herkennen, onderkennen en beschrijven van productfouten en oorzaken. (Mikrocentrum lijst).
7. Kwaliteitscriteria proces Uitleg methode kwaliteitscontrole. Optimalisatie van een proces, hoe pak ik dit aan? Nagaan AHV praktijkgeval. Kenmerken van fout ingestelde parameters nagaan + gevolgen ervan. Responsieparameters bewaken. Tolerantie bepalen. Optimaliseren van proces. Robuustheidproces toetsen. Instelraam definieren.
Kwaliteitscriteria SPC Productiecontrole door operators. SPC Parameters bepalen.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

7. Matrijzen

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine).
Praktijk SPG1 & SPG2
4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
1. Matrijsopbouw Productvormende- of holteplaten. Lossend / niet lossend. Te gebruiken matrijsstaal t.b.v. toepassing agressieve materialen. Wijs de onderdelen aan van de gebruikte matrijs. Extra voorzieningen/materiaalkeuze productvormende holten.
Matrijskoeling koeling Serie / parallel. Voorbeelden behandelen. Circuit, spiraalkoeling voorbeelden behandeling. Hoe werkt koeling bij praktijkmatrijs. Hoe aansluiten AHV samenstellingstekening matrijs. Matrijsinbouwprocedure maken.
Uitstoot mechanisme gekoppelde matrijs plaat met uitstoters en terugdruk pennen. DO en DO NOT met uitstoters. Uitstottermechanisme bij praktijkmatrijs beschrijven. Standaardiseren van uitstoter snelkoppelingen voorstel maken. Koppelen uitstoter vastleggen.
Meervoudige matrijzen mogelijkheden van runners. Opbouw matrijs met centrale aanspuitkegel bespreken. Aanspuitsysteem praktijkmatrijs? Verbeter voorstellen formuleren.
2. Aanspuitingen Soorten aanspuitpoorten Pinpoint, tunnel / duikboot, filmaansp / steraansp. Idem Is aanspuitpunt en methode goed gekozen in praktijkgeval.
3. Hot Runners Meervoudige Hot Runner matrijzen. DO en DO NOT met Hot Runner matrijzen. Is matrijs geschikt voor HR aansp? Procedure opstarten Hot Runner matrijs maken.
4. 2k matrijzen 2k matrijzen Systemen bespreken. Praktijkvoorbeelden. Proces in detail bepreken.
5. In mould labelen In mould labelen Systemen bespreken. Praktijkvoorbeelden. Proces in detail bepreken.
6. Gasinjectie Verschijningsvormen (gewone gasinjectie, Mucel). Systemen bespreken. Praktijkvoorbeelden. Proces in detail bepreken.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

8. Communicatie en verslaglegging bij productie en tests

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine).
Praktijk SPG1 & SPG2
4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
1. Communicatie Ploegoverdracht. Kort en bondig. Kort verslag maken van opstart en bevindingen praktijkmachine. Praktische layout maken van ploegrapportage, wat moet erin staan?
2. Communicatiemethoden E-mailen DO en DO NOT Kort en bondig formuleren Andere communicatie mogelijkheden (apps).
3. Rapportages Doel en eisen aan rapportages gesteld. Voorbeelden behandelen. Rapportage maken van eigen bevindingen aan machine. Wat moet er vastgelegd worden en waarom?
Rapportage aanpassingen. Bevindingen procesaanpassingen. Procesaanpassingen aan praktijkproces motiveren. Praktische layout maken van instellingen wijzigingen protokol.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

9. Machine instellingen

Modules 1. Basismodule (SPG1niveau) 2. Uitbreidingsmodule (SPG2 niveau) 3. Praktijkmodule (bij machine).
Praktijk SPG1 & SPG2
4. Module Proefspuiten en troubleshooting.
SPG3 niveau
1. Weginstellingen Schroefpositie Doseren. Betekenis van constant doseren. Toetsen aan praktijkgeval.
Schroefpositie Decompressie. Doel decompressie trekken en betekenis. Toetsen aan praktijkgeval.
Schroefpositie Nadruk omschakelpunt. Betekenis van omschakelpunt. Toetsen aan praktijkgeval.
Schroefpositie Buffer. Betekenis van constante buffer. Toetsen aan praktijkgeval. Bewaking instellen
2. Procestijden Procestijd Nadruktijd. Systematiek nadruktijd bepalen 6 step. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiting.
Procestijd koeltijd. Systematiek koeltijd bepalen 6 step. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiting.
Procestijd: Pauzetijd. Productafhankelijk. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiting.
Procestijd: Vertragingstijden. Productafhankelijk. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiting.
Procestijd: Beveiligingstijden. Productafhankelijk. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiting.
Procestijd: plasticeertijd. Bij voorkeur < ingestelde koeltijd. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten. Is normaal verdeeld kan als SPC-waarde gebruikt worden.
Procestijd: injectietijd. Zo snel mogelijk, rekening houdend met productgeometrie, bepalen met 6 step theorie bespreken. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten. Normaal verdeelde responsie waarde, kan voor SPC gebruikt worden.
3. Snelheden Richtwaarden drukken. Per gangbare kunststsof bespreken AHV Demag boekje. Toetsen aan praktijkgeval. Wanddikte / vloeilengte afhankelijkheid.
Snelheden: injectie. Evt afh van product-geometrie getrapt instellen. Zoveel mogelijk conform 6 step. Theorie bespreken. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten.
Snelheden: Toerental schroef, materiaal afhankelijk. Soms getrapt doseren ivm speciale materialen. Oorzaken bespreken. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten.
4. Drukken Druk: Injectiedruk, werkelijk en begrenzingsdruk + werking. Functie en invloed van de begrenzingsdruk op het injecteren. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten.
Druk: Nadrukhoogte en tijd. Demag boekje. Bepalen volgens 6 step. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten.
Druk: Stuwdruk in combinatie met schroeftoerental en cyltemp. Demag boekje. Invloed van deze parameters afhankelijk van grondstof, zie Demagboek. Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten.
Kracht: Sluitkracht bepalen ahv berekening. Demag boekje. Benodigde sluitkracht instellen, hoe? Toetsen aan praktijkgeval. AHV zelf uit te voeren proefspuiten.
REGISTREER VOOR DEZE OPLEIDING

U wilt meer informatie over onze trainingen spuitgieten?

Laat hier uw gegevens achter. We nemen contact met u op over de mogelijkheden.






    • Heel veel branchekennis
    • Groot relatienetwerk
    • Uw spuitgietmakelaar
    • Hoog ondersteuningsniveaus
    • Kwaliteit opleiding niveau hoog